Inoculatie

Soja kan zoals de meeste vlinderbloemigen in symbiose leven met stikstoffixerende bodembacteriën, die wortelknolletjes ontwikkelen op de wortels van de sojaplant. Deze rhizobia bacteriën kunnen stikstof uit de lucht opnemen en omzetten naar een opneembare vorm voor de sojaplant. De rhizobia bacteriën krijgen op hun beurt voedingsstoffen van de sojaplant. De bacteriën waarmee soja in symbiose leeft zijn van nature niet aanwezig in de Europese bodems en moeten dus geïnoculeerd worden tijdens het uitzaaien. Soja kan ook groeien zonder deze rhizobia bacteriën maar de opbrengsten liggen dan beduidend lager.

Inoculeren van soja kan op verschillende manieren: het rechtstreeks toedienen van de rhizobia aan de grond (bv. met microgranulaten), het pre-inoculeren van zaden geruime tijd voor zaaien of het inoculeren van zaden enkele uren of dagen voor zaaien. Doordat rhizobia bacteriën zeer gevoelig zijn o.a. voor hoge en lage temperaturen, voor UV en voor (residu’s van) fytoproducten nemen hun aantallen snel af bij ongunstige omstandigheden. Blootstelling aan deze stressfactoren gebeurt enerzijds tijdens de zaaizaadvoorbereiding (coating van de zaden met inoculum, stockage, transport), tijdens het zaaien (residu’s van zaadontsmettingsproducten in zaaimachine, warme temperaturen, direct zonlicht) of tijdens de kieming (onkruidbestrijdingsmiddelen, bodemresidu’s van fytoproducten afkomstig van de vorige teelt).

Wortelknolletjes
Wortelknolletjes - Bassevelde, 2013